Implementatiehandleiding BgZ ZA-ZA
Notificeren en beschikbaarstellen
Het BgZ versturende systeem maakt een taak aan bij het BgZ ontvangende systeem.
Zie onder IT-infrastructuur nadere informatie m.b.t. de tokens en het gebruik ervan.
Workflow
Berichten Notified Pull
Let op: Deze FHIR profielen en valuesets zijn gebaseerd op FHIR R4, terwijl de BgZ en PDF/A profielen op STU3 gebaseerd zijn.
De specificaties van de inhoudelijke berichten zijn beschreven onder het kopje Berichten opvragen BgZ.
Adressering ontvanger
Vooralsnog dient in deze zorgtoepassing de werkwijze voor adressering te worden gehanteerd zoals die in deze paragraaf is beschreven.
Adressering heeft hier betrekking op adressering op zorgaanbiedersniveau. Adressering op afdeling/specialisme niveau (lees: specifieke adressering) valt vooralsnog buiten scope van deze zorgtoepassing, omdat hierover landelijke afspraken worden gemaakt.
Zodra de landelijke afspraken bekend zijn zullen het PvE en de implementatiehandleiding hierop worden aangepast/aangescherpt.
Voor het verkrijgen en gebruiken van (technische) adresgegevens dient binnen deze zorgtoepassing de architectuur te worden gehanteerd zoals dat is beschreven in de AORTA-on-FHIR specificaties.
De flow is weergegeven in Aanmaken taak door verzender bij en voor ontvanger
De zorgtoepassing vereist in ieder geval dat het versturend systeem beschikt over een betrouwbaar verkregen en actuele URA van de ontvangende zorgaanbieder. 
Op basis van de URA kunnen de benodigde technische (adres)gegevens, zoals appID en interactieID van het ontvangende systeem worden verkregen uit de Adressering Server.
De interfaces met de Adressering Server zijn hier beschreven.
Het wordt sterk aanbevolen een koppeling met het ZORG-AB te realiseren voor het verkrijgen van de URA, zodat daarmee consistentie en actualiteit wordt geborgd.
Voor BGZ kan de getRoutingInfo request gevuld worden met de interactieID create:nl-vzvz-TaskNotifiedPull:1
Opvragen
Het BgZ ontvangende systeem gebruikt de gegevens in de FHIR Task resource om de BgZ en de relevante documenten op te vragen bij het BgZ versturende systeem. Denk eraan dat opvragen dient te gebeuren binnen de geldigheidsduur waarbinnen gegevensuitwisseling in het kader van de verwijzing mag plaatsvinden. De geldigheidsduur dient te worden opgenomen in de Task en het consenttoken dient hiermee in overeenstemming te zijn. Zie onder IT-infrastructuur nadere informatie m.b.t. de tokens en het gebruik ervan.
Let bij het opvragen van de gegevens op het 'cutoff punt'. Dit is het laatste moment in de tijd waarop nog op basis van de veronderstelde toestemming de informatie mag worden opgevraagd. Daarna is de veronderstelde toestemming niet meer geldig en mag de informatie niet meer worden opgevraagd op basis van die veronderstelde toestemming. Onderstaand plaatje verduidelijkt het 'cutoff punt'. 
N.B. De autorisatie richtlijn specificeert dat in de context van verwijzen/overdragen en veronderstelde toestemming de gegevens eenmalig kunnen worden opgevraagd. Gelet hierop dient het consenttoken te worden verwijderd aan de kant van het BgZ ontvangende systeem nadat dat voldoende gegevens zijn opgehaald en in ieder geval na het verlopen van de geldigheid van het token.
N.B. De geldigheidsduur van een verwijzing dan wel overdracht binnen de tweede lijn is gebaseerd op de geldigheidsduur die gehanteerd wordt tussen de eerste en tweedelijns verwijzingen, namelijk één jaar. Dit is afgestemd met de volgende koepels FMS, NVZ, NFU en ZKN en wordt tot nader order gehanteerd als veldnorm.

Workflow
NB. het opvragen van de BgZ gegevens en de documenten gebeurt m.b.v. losse queries, zoals door het Notified-pull Initiërend Systeem in de Task zijn gedefinieerd.
Berichten Opvragen BgZ
Let op
Alle referenties naar een patiënt moeten conform het nl-core-patient FHIR profiel uitgewerkt zijn, waarbij het gebruik van een gevalideerde BSN verplicht is. Dit geldt ook voor de referenties binnen de PDF/A standaard.
BgZ en FHIR versie
In de huidige implementatie van deze zorgtoepassing wordt BgZ 2017 met FHIR STU3 gehanteerd.
Het functionele ontwerp van de BgZ uitwisseling tussen zorgaanbieders bestaat uit 2 deelontwerpen: FO BgZ en FO PDF/A. De relatie tussen de BgZ en de documenten wordt gevormd door de Task waarin niet alleen aangegeven wordt welke gegevens conform BgZ kunnen worden opgevraagd, maar ook welke documenten daar bij horen. Voor PDF/A hanteren we alleen de document reference en niet het document manifest. Dus bij een eventueel gebruik van het document manifest dient het verzendend systeem alleen de document references op te nemen in de Task.
Het document reference profiel maakt in het element type  tot nader order gebruik van de standaard FHIR ValueSet met LOINC codes voor de diverse soorten van verwijzingen. 
- Meer informatie over de context is te vinden in het Functioneel Ontwerp BgZ medisch-specialistische zorg. 
- FHIR profielen en voorbeeldberichten: Nictiz STU3 ZIB2017 project op Simplifier 
- voorbeelden van documentReferences: Nictiz STU3 ZIB2017 op Simplifier 
Markeren verwijsbrief
Een verwijsbrief kan weergegeven worden in de Task als een query string op een DocumentReference instantie die specifiek aan de verwijsbrief refereert (90000258 is bron GBZ-applicatie id):
  <input>
    <type>
      <coding>
        <system value="http://vzvz.nl/fhir/CodeSystem/TaskParameterType"/>
        <code value="query_string"/>
      </coding>
    </type>
    <valueString value="90000258/DocumentReference/id-of-referral-document"/>
  </input>De manier waarop dit geïmplementeerd wordt, wordt bepaald door de leverancier van het Notified-pull Initiërend Systeem. Zie het hoofdstuk FHIR-profiel van Task in de documentatie AORTA FHIR-profielen voor de bruikbare valueString formaten.
